het woord

in den beginne was het woord. in die zin wil ik nog wel geloven.

vóór dat woord is er natuurlijk ook van alles, een soort emotiebrij. dat
moerast wat tussen ons in, een enkele keer borrelt er iets naar boven en
ik kijk er met verbazing naar.

het lijkt me erg mooi wat daar onder de oppervlakte zit. maar zelfs de
dood heeft zijn charmes dus dat zegt niks. die lichtjes die ik denk te
zien, zijn misschien mijn eigen ongehuilde tranen van jaren her. en die
lotusbloem die er volgens mij groeit kan ook een zeewier zijn, dat zich
als een tentakel om mijn enkels zal slingeren.

het is alleen maar modder. toch? je kijkt me vragend aan. ik twijfel
tussen bloem en tentakel en houd mijn mond. ik ken de kracht van mijn
eigen gekte en huiver om je er in te betrekken. soms maken woorden me
bang, en soms wil ik de dingen niet scherp zien. ik heb je nog geen
antwoord gegeven, maar je vraag dwingt me om te kijken.

het mooiste weefsel is van dichtbij niets anders dan een verzameling
draadjes. als ik nu weet welke van jou zijn en welke van mij en welke
kleuren er eigenlijk allemaal inzitten en of het zijde is of jute, heb ik het
daarmee dan niet kapot gemaakt? en zo niet, wat winnen we er dan bij?

ik hou van die onuitgesproken nachten. ik ben bang dat je het antwoord
waar je naar vraagt toch liever niet wilt horen. bang dat ik mezelf in het
moeras verlies en dat je me er dan niet uithaalt. bang voor mijn eigen
demonen die mij nu nog met rust laten.

het is nog niet echt zie je, als het geen naam heeft. en als het niet echt
is, wel, dan sluimeren de monsters en durf ik je aan te kijken en me
te laten zien. als ik je vertel van de lichtjes, zul je me dan zeggen dat
ik aan wanen lijd?

nee, ik weet ook niet of het water is of modder waarin we zwemmen,
ik weet alleen dat ik daar elke nacht wel zou willen wonen, in dat land
van ooit. als ik soms iemand anders meeneem, lijkt het verdomd op
modder trouwens, dan glinstert er niets. misschien moet ik je dat maar
zeggen, ooit. dat ik met jou in mooie modder zwem.

een nieuw jaar en een raar nieuw ding – 2

vanmorgen, op mijn wandeling naar mijn werk, zag ik achter het paleis op de dam een poster hangen in gevaarlijk groenig licht en grote letters. GEEN HOND DE DEUR UIT stond er. en even verderop (er was wat ruimte, als om de spanning op te voeren): ZONDER PENNING.

ik keek weer weg van de poster, ‘k moest even uitwijken voor iemand die rondhing onderaan de traptreden van de albert heijn daar. aan de overkant, bij de achteringang van het paleis, stonden een soort lakei-wezens al evenzeer een sfeer van middeleeuwen uit te stralen als de vage wezens die onderaan de trappen wonen. ik bedacht me dat dat paleis, als voormalig stadhuis van amsterdam, toch eigenlijk mijn echte werkplek is.

en terwijl ik nog even doorliep, op weg naar het waterlooplein van de stopera, realiseerde ik me dat ik nog steeds wat illegaal op stap ben, zo zonder hondenpenning.

een nieuw jaar en een raar nieuw ding – 2

vanmorgen, op mijn wandeling naar mijn werk, zag ik achter het paleis op de dam een poster hangen in gevaarlijk groenig licht en grote letters. GEEN HOND DE DEUR UIT stond er. en even verderop (er was wat ruimte, als om de spanning op te voeren): ZONDER PENNING.

ik keek weer weg van de poster, ‘k moest even uitwijken voor iemand die rondhing onderaan de traptreden van de albert heijn daar. aan de overkant, bij de achteringang van het paleis, stonden een soort lakei-wezens al evenzeer een sfeer van middeleeuwen uit te stralen als de vage wezens die onderaan de trappen wonen. ik bedacht me dat dat paleis, als voormalig stadhuis van amsterdam, toch eigenlijk mijn echte werkplek is.

en terwijl ik nog even doorliep, op weg naar het waterlooplein van de stopera, realiseerde ik me dat ik nog steeds wat illegaal op stap ben, zo zonder hondenpenning.

ross curry instore

ross curry, ooit van spo-dee-o-dee faam, speelt op zondag 23 januari liedjes van zijn recente cd hope springs eternal in phantasio.

ik weet niet eens zeker of ik ross curry wel wil aanbevelen. ik luisterde gisteren naar de fragmenten van de cd die op zijn site staan (waarom oh waarom van elk nummer zo’n flard? ik hoor liever 3 nummers helemaal en van de rest niets dan zo’n hele cd in jingle-formaat) en zijn stem stoorde me nog al eens.

dat kan een momentopname zijn dus ik probeer het gewoon nog eens. ik wil het leuk genoeg vinden om toch naar zijn optreden te gaan. de vorige phantasio instore beviel me heel erg goed namelijk, en dat was niet alleen aan paper moon te danken. ik schreef hier al hoe leuk dat was.

’tis er klein en gezellig en met bier en mogen roken en van hele aardige mensen en de band bleef hangen en praten en het publiek ook. dus ik ga mijn best doen wat aan zijn stem te wennen zodat ik hem kan gaan zien, ross curry.

phantasio
2e tuindwarsstraat 53 am*dam
zondag 23 januari 16:00 uur

ross curry instore

ross curry, ooit van spo-dee-o-dee faam, speelt op zondag 23 januari liedjes van zijn recente cd hope springs eternal in phantasio.

ik weet niet eens zeker of ik ross curry wel wil aanbevelen. ik luisterde gisteren naar de fragmenten van de cd die op zijn site staan (waarom oh waarom van elk nummer zo’n flard? ik hoor liever 3 nummers helemaal en van de rest niets dan zo’n hele cd in jingle-formaat) en zijn stem stoorde me nog al eens.

dat kan een momentopname zijn dus ik probeer het gewoon nog eens. ik wil het leuk genoeg vinden om toch naar zijn optreden te gaan. de vorige phantasio instore beviel me heel erg goed namelijk, en dat was niet alleen aan paper moon te danken. ik schreef hier al hoe leuk dat was.

’tis er klein en gezellig en met bier en mogen roken en van hele aardige mensen en de band bleef hangen en praten en het publiek ook. dus ik ga mijn best doen wat aan zijn stem te wennen zodat ik hem kan gaan zien, ross curry.

phantasio
2e tuindwarsstraat 53 am*dam
zondag 23 januari 16:00 uur

verliefd

zo mistig was het de afgelopen dagen niet maar de stad is wel weer heel erg mooi, de laatste tijd. beide fotos zijn trouwens van thomas schlijper. zijn foto-blog staat tussen mijn links.

verliefd

zo mistig was het de afgelopen dagen niet maar de stad is wel weer heel erg mooi, de laatste tijd. beide fotos zijn trouwens van thomas schlijper. zijn foto-blog staat tussen mijn links.

ben okri – in arcadia

dit boek is geen meesterwerk, het is zelfs niet okri’s beste werk. ik zou willen dat hij er meer tijd voor had genomen. karakters meer had uitgewerkt en sommige uitweidingen juist had ingekort. de boodschap had minder expliciet gemogen en meer in het verhaal verwerkt. hoofdpersoon lao is in het begin een stereotiep. een cynische ontevreden en teveel drinkende presentator. aan het eind van de roman is lao welhaast een vriendelijke filosoof die de mensheid met mededogen aanziet. een verandering die je na lezing wel begrijpt, maar die zich ook, letterlijk, in sneltreinvaart heeft voltrokken.

het verhaal: een mysterieuze opdrachtgever wil een tv-programma maken over een reis naar arcadia. per trein, vanuit london dwars door europa. de crew lijkt een allegaartje losers, in ieder geval in lao’s ogen. maar hij neemt een goede vriendin mee, mistletoe, en gaat. hij gaat omdat deze reis naar arcadia (hoe kan het anders) een transformatie lijkt te beloven, een reis naar verlichting.

But no matter how awful I feel things to be, I don’t want oblivion just yet. I want to hurl a few marvellous surprises into the great jaws of life. I want myself to be the surprise. I don’t want to spend the rest of my life stewing in bile. I too dream of a workable resolution, but I can’t seem to find the will to straighten things out. I can’t seem to go forward, therefore I must go back. I must find the lost beginnings, must reincarnate childhood, find a new reason for breathing, make a new covenant.

I must find a way to make death not a threat, an enemy, a terror, an excuse, but a friend, an aid, a liberator. For it would seem that death is the golden key to the mystery of living, but I don’t know how to use it. And so, raging or not, hypocrite or not, loathing the camera or not, cynic or not, I need this journey. I need to find out what reasons other people have for living, I need to be broken down again into the simplest components and re-assembled like a beautiful jigsaw into a more lovely picture of who I really am and what I can be.

Slowly, I was learning to love my theme. Hello to journeys, Salut to escapes. I hope my escape leads me back to myself, by a new route, so that I can see my life and its possibilities as if for the first time.

And so this journey must be a sort of dying for me; a dying of the old self; a birth of something new and fearless and bright and strange.

en zijn ik sterft vrij onmiddelijk want vanaf dat moment verandert het perspectief van i naar de 3e persoon. en zodra we niet meer alles door de perceptie van lao zien verandert hij van cynisch observator tot participant in de levens om hem heen.

de reis kent wat mysterieuze voorvallen die niet worden opgehelderd. eerst stoorde me dat, als rafels aan het verhaal. later zag ik deze voorvallen (inscriptions genoemd) als gebeurtenissen die steeds maar voor 1 karakter van belang zijn. zoals iemand achteloos iets kan zeggen dat een ander diep raakt en verandert. en al zouden daar 20 mensen om heen staan: voor hen betekent de opmerking niets. zo betekenen sommige voorvallen in deze roman niets voor mij als lezer. later blijken ze wel voor iemand in de crew bij te hebben gedragen aan een transformatie. en transformatie, dat is waar deze roman over gaat. transformatie en het vinden van de weg (lao heet niet voor niets lao) die iedereen kwijt lijkt te zijn.

als de crew het louvre (en het schilderij dat een grote rol speelt in dit boek) verlaat en op gare de l’est aankomt om de treinreis te vervolgen:

then lao saw it, briefly. he saw a man with thick glasses, struggling to make out the words on the giant console. struggling to make out his destination, to see it clearly. he was adjusting his glasses, straining, sweating, and still he couldn’t see clearly.

het schilderij is in dit boek raadsel zowel als sleutel. de dood is veel te belangrijk geworden en neemt teveel van ons leven af. zoals mistletoe in haar droom ziet haalt de man die zich het meest in het raadsel van de inscriptie verliest de dood pas echt binnen in arcadie (zie zijn schaduw). als het bewustzijn zich eenmaal zover ontwikkeld heeft dat we het concept dood kunnen bevatten zonder het te kunnen aanvaarden, pas dan heeft die dood haar plaats ook in het leven zelf opgeeist. en daarmee is het paradijs pas echt verloren.

de observaties over het jachtige, op consumptie gerichte moderne leven zijn niet altijd even subtiel. en okri klinkt wat belerend bij het aanwijzen van andere richtingen, af en toe lijkt het een zelf-hulp-boek verlichting in 231 pagina’s. soms erg uitgebreid (het stukje painting heb ik voortvarend ingekort, het was wel 5x zo lang).

maar okri is een veel te goede schrijver en een veel te goede observator om een slecht boek te kunnen afleveren. het kan zijn dat ik het te uitgebreid en overduidelijk vind omdat ik over de thematiek zelf ook al jaren heb nagedacht. toch wilde ik het onmiddelijk herlezen, en elke keer dat ik met het boek geconfronteerd word (zoals van de week, bij het inruimen van mijn nieuwe boekenkastje) wil ik dat weer. en bij herlezen ontdek ik telkens nieuwe subtiliteiten. nuances in een gedachtengang die ik al dacht te kennen en te delen.

het is zijn eerste roman die in europa speelt en niet in afrika en het is uiterlijk gebaseerd op een reis die okri (met een tv-crew) in 1996 voor de bbc maakte toen hij eenmalig great railway journeys presenteerde (zie de disclaimer die aangeeft in this book i use the outer facts of a real journey as a vehicle for fictional characters […] the journey is real, but the people are invented).

het boek is gemengd ontvangen, veelal wordt het als minder gezien dan zijn trilogie over azaro, het jongetje dat opgroeit in lagos, waarvan het eerste deel the famished road hem de booker prize opleverde. the guardian (een krant waarvoor okri zelf ook schrijft) had een erg negatieve recensie.

en toch, dit is een van de niet-eens-zo-heel-veel boeken die ik waarschijnlijk nog een aantal keren met plezier zal herlezen. door het magische element dat met magie weinig van doen blijkt te hebben, door een vage identificatie met mistletoe, door de manier waarop okri me naar een schilderij weet te laten kijken, door al zijn observaties over dood en leven en door zijn magistrale vertelstijl. door hoe hij kijkt, denkt en schrijft. toch blijft het jammer dat hij niet meer tijd heeft genomen voor dit boek. het had als een odyssee kunnen zijn, deze reis van lao, mistletoe en crew, en dat is het nu niet.

lees hier een interview met okri in trouw, september 2003.

‘In Arcadië’ is meer een stiletto dan een vuist. Misschien leg ik steeds meer lagen af, in plaats van meer gewicht te verzamelen. In dit boek ruk ik de buitenste kleren van het verhaal af. Intuïties, dromen, al die elementen die normaal gesproken alleen op de achtergrond van een verhaal meespelen, breng ik op hetzelfde, gelijkwaardige niveau. Want dromen zijn niet zomaar een kleine toevoeging aan ons dagelijks leven, ze zijn echt. Dromen en intuïties zijn gelijkwaardig aan verhalen, beschrijvingen, dagelijkse dingen. Vergelijk het met een schilderij van Matisse: er is geen achtergrond of voorgrond, alles is achtergrond, voorgrond en nu tegelijk. Zo leven we. Het zal vreemd zijn voor de lezers, maar ze zullen eraan gewend raken.