er wonen mannen op het dak, af en toe strijken ze neer op mijn balkon. vrijdagochtend zag ik ze voor het eerst. ik lag heerlijk te koesen toen er aan de randen van mijn dromen werd gemorreld. mijn ogen openden zich en zagen een man die aan de balkondeur rommelde. hij zag mij niet. ik trok mijn hoofd schielings onder het dekbed. wat was dit? zo min mogelijk bewegend gluurde ik vanonder het dekbed naar de wekker. kwart over 8. voor een inbreker was-ie aan de late kant. misschien was hij geen inbreker. ik spiedde nog eens kort richting balkon, sloeg het beeld in me op en overdacht het in de bescherming van het dekbed. hij stond er nog. met de kniƫen licht gebogen deed hij iets ter hoogte van de klink. het maakte een krassend geluid. de balkondeur was dicht. dat leek me een goed teken, ik was immers gaan slapen met de balkondeur open. andersom was reden geweest tot paniek, maar zijn moeite de deur te openen gaf mij nog wat denktijd. hij droeg een wit pak, dat was nog het vreemdste.
ik kreeg het warm in bed, zo met de balkondeur dicht. om de minuut wierp ik een blik om te zien of de man er nog was. bij de derde blik was hij aan de andere kant van de deur bezig. probeerde hij het nu via de scharnieren? naarmate de situatie langer duurde voelde ik me veiliger. als dit al een inbreker was, dan toch een kluns van de eerste orde. als ik niet zo naakt was onder dat dekbed zou ik waarschijnlijk gewoon opstaan om hem te vragen of ik hem ergens mee kon helpen. dat zat er nu niet in, maar ik wilde toch eigenlijk echt uit bed. na een kleine 10 minuten kreeg ik die kans: de man stond met zijn rug naar me toe van het uitzicht te genieten, misschien een sigaret te roken. ik roetsjte het bed uit en schoot over de vloer de kamer uit.
provisorisch aangekleed liep ik even later terug, haalde diep adem, opende de deur en vroeg de man wat hij daar zo deed op mijn balkon. ik zag en rook het al terwijl hij sprak. de kozijnen werden opgeknapt, geschuurd, gegrond en opnieuw geschilderd. ze zouden een paar weken bezig zijn met het complex. hij keek erg verlegen. nu schoot me een brief te binnen van een tijdje terug waar iets van schilderwerk werd aangekondigd. ik had me daar alleen niet dit soort consequenties bij voorgesteld. ik vroeg de man of het ook later op de dag kon. ja hoor, natuurlijk zei hij, nog steeds behoorlijk verlegen. hij liep direct de ladder op naar het dak en trok de ladder achter zich omhoog.
net toen ik terug in bed wilde stappen kwam de ladder weer naar beneden. een andere man stapte mijn balkon op. goedemorgen mevrouw. deze klonk een stuk minder verlegen. ik hoor van mijn collega dat het u niet schikt? op mijn klopt vroeg hij me wanneer het dan wel zou schikken. ik greep deze kans en vertelde dat ik op dinsdag, woensdag en donderdag werkte. als het dan zou kunnen? maar nu wilde ik blijkbaar teveel. nee, dan valt u buiten ons schema. dat was natuurlijk het laatste dat ik wilde, buiten hun schema vallen. ik ging akkoord met vrijdagmiddag. hij liep tevreden de lucht weer in.