de vreemde aan- en afwezigheden in dit leven verwarren mij nogal eens. zou het aan mijzelf liggen, aan de werking van mijn hoofd, dat zij die er niet zijn soms van zo nabij tegen mij praten, zo voelbaar bij me zijn? en zij die er wel zijn, soms zo transparant afwezig? en hoe kan het dat ik dwars door die befaamde realiteit heen beelden zie die zoveel echter zijn?
ik zou natuurlijk iets kunnen bedenken over schaduwen, projecties of een van die andere talloze termen die gebezigd worden om iets dat van buiten lijkt te komen toch weer veilig onderdeel van je eigen psyche te maken. waarmee alle vreemde zaken weer in het heersende zelf- en wereldbeeld passen.
maar laat ik dat nu eens niet doen. misschien ligt het niet aan mij, en plakt iemand anders die licht vertekenende film over mijn beelden. het lijkt op dat fotoboekje dat ik uit rome heb. je ziet een ruine maar er zit een transparantje overheen dat je laat zien hoe die ruine er eigenlijk echt uitziet.
laat ik er van uit gaan dat ik gelijk heb, in die andere wereld met haar andere gelijken.
die metaforische wereld die de zinnelijke kan overschaduwen. waar ik tijdens een vergadering soms een dolk zie vliegen van de een naar de ander. waarin mijn gesprekspartner letterlijk geblinddoekt is als ik hem of haar in het vage laat, ik soms woorden hoor die echt een smerige smaak geven zodat ik water moet drinken en waar ik het lichaam van de minnaar zie veranderen als ik aan een ander denk.
het is een ware wereld die schuilt onder een werkelijke wereld; sterkt mij in mijn vermoeden dat werkelijkheid en waarheid niet veel met elkaar van doen hebben.
zij is nauwelijks verdraagbaar overigens, de ware wereld. haar straten zijn gevuld met kreupelen, al gaan die in werkelijkheid fier voorwaarts. en al te vaak zie ik gerimpelde twintigers, littekens op gave mensen, loslopende sociopaten.
dus meestal kijk ik toch maar gewoon naar de werkelijke wereld, en gun de toppen van mijn zinnen wat rust. maar soms, soms komen waar en werkelijk overeen en in het hier en nu op alle manieren. dan woont de ziel weer in het lichaam en is de wereld zo wonderlijk mooi, dan neem ik alle verwarring op de koop toe en geniet van mijn dubbele perceptie in plaats van haar te vervloeken.